ORDE VAN DIENST VOOR DE VIERING VAN HET HEILIG AVONDMAAL

Geliefden in de Heere Jezus Christus, hoor de instellingswoorden van onze Heere Jezus Christus over het Heilig Avondmaal, die de apostel Paulus ons doorgeeft in 1 Korinthe 11 (vers 23-28 ): ‘Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. Wie op onwaardige wijze dit brood eet of de drinkbeker van de Heere drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel. Maar laat ieder mens zichzelf beproeven en laat hij zó eten van het brood en drinken uit de drinkbeker.’ Om dit Avondmaal tot versterking van ons geloof te mogen vieren, worden wij op de volgende wijze geroepen ons te beproeven en het te vieren met het doel waartoe Christus het heeft bevolen en ingesteld, namelijk tot Zijn gedachtenis.

ZELFONDERZOEK
Die beproeving bestaat uit drie delen: Ten eerste: laten we onze zonden en ellende overdenken, opdat we ons ervan afkeren en voor God verootmoedigen. Want de toorn van God tegen de zonde is zo groot dat Hij de straf ervoor door de bittere en smadelijke kruisdood heeft voltrokken aan Zijn lieve Zoon Jezus Christus. Ten tweede: laten we ons hart onderzoeken of we de betrouwbare belofte van God geloven, dat al onze zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn en dat de volkomen gerechtigheid van Christus ons als ons eigendom toegerekend en geschonken is. Ten derde: laten we ons geweten onderzoeken of we ook bereid zijn voortaan met ons hele leven dankbaarheid aan God de Heere te bewijzen en oprecht te wandelen voor Gods aangezicht. En ook of we alle vijandschap, haat en afgunst afleggen en ons oprecht voornemen om voortaan in liefde en eensgezindheid met onze naaste te leven. VERKONDIGING VAN GODS GENADE Allen, die zich zo van harte voor Gods aangezicht beproeven, worden genodigd tot de tafel des Heeren. Zij die daarentegen dit getuigenis in hun hart niet gevoelen, worden gemaand zich van hun zonden te bekeren. Zo niet, dan vermanen wij hen zich van de tafel des Heeren te onthouden.. Dit betreft alle afgodendienaars, allen die zich een beeld van God maken, allen die de Naam van God lasteren en misbruiken, allen die het Woord van God en Zijn heilige sacramenten verachten, allen die tweedracht zaaien en die weigeren gezag te aanvaarden in kerk en samenleving, allen die in haat en nijd tegen hun naaste leven of lichtvaardig hun woord breken en die het leven, door God geschonken, verachten, allen die het huwelijk moedwillig in gevaar brengen, van zichzelf of van anderen, allen die stelen of in de ban zijn van geld en bezit, allen die liegen, bedriegen of kwaadspreken, allen die zich aan verslaving overgeven en van het genot hun god maken. Kortom, allen die zich in woord en wandel als ongelovigen gedragen. Maar dit wordt ons, broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten van de gelovigen te ontmoedigen, alsof niemand tot het Heilig Avondmaal zou mogen gaan, dan wie zonder enige zonde is. Want wij komen niet tot dit Avondmaal omdat wij onszelf volkomen en rechtvaardig achten, maar integendeel, wij komen omdat wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus zoeken. Daarom, al vinden wij in onszelf nog veel gebreken en geen volkomen geloof, toch mogen wij ervan verzekerd zijn, dat God ons in genade aanneemt en ons deel doet hebben aan deze hemelse spijs en drank.

GEDACHTENIS VAN CHRISTUS
In dankbare gehoorzaamheid aan het woord van Christus: ‘Doet dit tot Mijn gedachtenis’, willen wij nu gedenken dat onze Heere Jezus Christus door de Vader in deze wereld gezonden is, om de toorn van God, waaronder wij eeuwig hadden moeten wegzinken, voor ons te dragen. Hij heeft voor ons alle gehoorzaamheid aan Gods wet en de gerechtigheid vervuld. Hij werd gebonden, om ons te ontbinden. Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld, om ons in Gods gericht vrij te spreken. Hij heeft Zijn gezegend lichaam aan het kruis laten vastspijkeren, om de schuldbrief van onze zonden daaraan te hechten. Zo heeft Hij de vloek van ons op zich geladen, om ons met Zijn zegen te vervullen. Hij heeft zich aan het kruishout vernederd tot in de allerdiepste smaad en angst der hel, met lichaam en ziel, toen Hij met luide stem riep: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’, opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zouden worden. Bovendien heeft Hij in Zijn offerdood het nieuwe en eeuwige verbond van genade en verzoening bevestigd, toen Hij zei: ‘Het is volbracht.’

ONDERWIJZING OVER DE INZETTING
Om ons vast te doen geloven dat we delen in Zijn hartelijke liefde en trouw, heeft Christus ons het Avondmaal gegeven. Daarom nam Hij in de nacht voor Zijn sterven het brood, dankte, brak het, gaf het Zijn discipelen en zei: ‘Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.’ Daarna nam Hij de drinkbeker, dankte en zei: ‘Drink allen daaruit; deze drinkbeker is het Nieuwe Verbond in Mijn bloed, dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden; doe dat zo dikwijls als u die zult drinken tot Mijn gedachtenis.’ Zo gedenken wij dat Hij voor ons Zijn lichaam en bloed overgaf in de dood, omdat wij anders de eeuwige dood hadden moeten sterven. In het Avondmaal wordt ons duidelijk getoond dat het eenmaal volbrachte offer van Christus de enige grond is van onze zaligheid. Want in Zijn dood heeft Hij, als Lam van God, het oordeel van God over de zonde weggedragen en heeft Hij voor ons de levendmakende Geest verworven. Door deze Geest worden wij met Hem verbonden en krijgen we deel aan Zijn weldaden, het eeuwige leven, de gerechtigheid en de heerlijkheid. Door dezelfde Geest worden wij ook met elkaar als lidmaten van één lichaam in broederlijke en zusterlijke liefde verbonden, zoals de apostel spreekt: ‘Omdat het brood één is, zijn wij, die velen zijn, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood.’ Deze eenheid – die ook zichtbaar wordt in de vele geperste druiven die tot één wijn worden – zullen wij niet alleen met woorden, maar ook met de daad aan elkaar bewijzen. Bovendien mogen wij aan Zijn tafel een voorsmaak genieten van de bruiloft van het Lam. En met groot verlangen uitzien naar de wederkomst van Christus, als Hij de wijn met ons nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Zijn Vader. GEBED Laten wij nu, opdat wij dit alles mogen ontvangen, ons voor God verootmoedigen en Hem om Zijn genade aanroepen. Barmhartige God en Vader, wij bidden U, of U in dit Avondmaal door Uw Heilige Geest zo in onze harten wilt werken, dat wij ons met vertrouwen hoe langer hoe meer aan Uw Zoon Jezus Christus overgeven. Geef dat wij zó met deze ware spijs en drank gevoed en verkwikt worden, dat wij niet meer in onze zonden leven, maar Hij in ons en wij in Hem. Doe ons zó volkomen deel hebben aan het nieuwe verbond in Christus’ bloed, dat wij er niet aan zullen twijfelen dat U voor eeuwig onze genadige Vader zijn zult, Die ons onze zonden nooit meer toerekent. En Die voor ons in alles naar lichaam en ziel zult zorgen als Uw lieve kinderen en erfgenamen. Schenk ons ook Uw genade, dat wij getroost ons kruis op ons nemen, onszelf verloochenen en onze Heiland belijden. Leer ons in alle beproevingen met opgeheven hoofd onze Heere Jezus Christus uit de hemel verwachten, Die ons vernederd lichaam aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijk zal maken en ons voor eeuwig tot Zich nemen zal. (Hier kan de geloofsbelijdenis gelezen worden) Wij bidden U dit in de naam van Hem, Die ons heeft leren bidden: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.

 

 

TOEBEREIDING VAN DE TAFEL NODIGING, VERHEF DE HARTEN:
Opdat wij met het ware hemelse brood Christus gevoed mogen worden, zo laten we met ons hart niet aan het uiterlijke brood en de uiterlijke wijn blijven hangen, maar het opheffen naar de hemel, waar Christus Jezus is, onze Voorspraak aan de rechterhand van Zijn hemelse Vader. (Daarheen wijzen ons ook de artikelen van ons christelijk geloof.) En laten wij er niet aan twijfelen dat onze ziel even zeker door de werking van de Heilige Geest met Zijn lichaam en bloed gevoed en verkwikt wordt, als wij deze heilige tekenen tot Zijn gedachtenis ontvangen. BROOD EN WIJN Bij het breken en uitdelen van het brood spreekt de dienaar: ‘Het brood dat wij breken, is de gemeenschap met het lichaam van Christus. Neem, eet, gedenk en geloof dat het lichaam van onze Heere Jezus Christus gebroken is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.’ En als hij de drinkbeker geeft: ‘De drinkbeker der dankzegging is de gemeenschap met het bloed van Christus. Neem, drink allen daaruit, gedenk en geloof dat het kostbaar bloed van onze Heere Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.’

DANKGEBED:
Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken U dat U ons, uit grondeloze barmhartigheid, Uw eniggeboren Zoon hebt gegeven tot Middelaar en offer voor onze zonden en voedsel en drank voor het eeuwige leven. Wij danken U dat U ons een waar geloof geeft, waardoor wij deel krijgen aan deze weldaden van U. U hebt ook tot versterking daarvan, door Uw geliefde Zoon Jezus Christus voor ons het Heilig Avondmaal laten instellen. Getrouwe God en Vader, maak door de werking van Uw Heilige Geest de gedachtenis van onze Heere Jezus Christus en de verkondiging van Zijn dood vruchtbaar, opdat wij dagelijks groeien in het ware geloof en in de zalige gemeenschap met Christus. Wij bidden U dit alles omwille van Uw geliefde Zoon Jezus Christus, die met U en de Heilige Geest leeft en regeert in eeuwigheid. Amen.

Psalm 103
‘Loof de HEERE, mijn ziel, en al wat in mij is, Zijn heilige Naam. Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet één van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest; Die uw leven verlost van het verderf, Die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid. Hij zal niet voor altijd ter verantwoording roepen, niet voor eeuwig handhaaft Hij Zijn toorn. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, zo is Zijn goedertierenheid machtig over wie Hem vrezen. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver heeft Hij onze overtredingen van ons gedaan. Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen’ (Psalm 103:1-4, 8-13). Hij heeft ook Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar Hem voor ons allen overgegeven en ons alles met Hem geschonken (Romeinen 8:32). Hiermee bevestigt God Zijn liefde tot ons, dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Daarom zullen wij ook, nu wij door Zijn bloed gerechtvaardigd zijn, des te meer door Hem van Zijn toorn behouden worden. Want als wij, toen wij nog vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, des te meer zullen wij, nu wij met Hem verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven (Romeinen 5:8-10). Daarom zullen mijn mond en hart de lof des Heeren verkondigen van nu aan tot in eeuwigheid. Amen.