Liturgie

 voor de doopdienst 13 oktober 2024

 Bediening Heilige Doop:

  • Jennie Sara Hooghordel
  • Niek Gerrit Sellis
  • Levi van de Venis

We zingen: Psalm 108: 1, 2

 Mijn hart, o Hemelmajesteit,

Is tot Uw dienst en lof bereid;

‘k Zal zingen voor den Opperheer,

‘k Zal psalmen zingen tot Zijn eer.

Gij, zachte harp, gij schelle luit,

Waakt op, dat niets uw klanken stuit’.

‘k Zal in den dageraad ontwaken

En met gezang mijn God genaken.

 

Ik zal, o Heer’, Uw wonderdaan,

Uw roem den volken doen verstaan;

Want Uwe goedertierenheid

Is tot de heemlen uitgebreid.

Uw waarheid heeft noch paal noch perk,

Maar streeft tot aan het hoogste zwerk.

Verhef U boven ’s hemels kringen,

En leer al d’ aard’ Uw grootheid zingen.

 

Stil gebed. Gebed

 

We zingen: Opwekking 733


De zon komt op, maakt de morgen wakker;

mijn dag begint met een lied voor U.

Heer, wat er ook gebeurt en wat mij mag overkomen,

laat mij nog zingen als de avond valt.

 

Refrein: Loof de Heer, o mijn ziel.

O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam.

Met meer passie dan ooit;

o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam.

 

Heer, vol geduld toont U ons Uw liefde.

Uw Naam is groot en Uw hart is zacht.

Van al Uw goedheid wil ik blijven zingen;

tienduizend redenen tot dankbaarheid.

 

Refrein: Loof de Heer, o mijn ziel.

O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam.

Met meer passie dan ooit;

o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam.

 

En op die dag, als mijn kracht vermindert,

mijn adem stokt en mijn einde komt,

zal toch mijn ziel Uw loflied blijven zingen;

tienduizend jaar en tot in eeuwigheid.

 

Refrein: Loof de Heer, o mijn ziel.

O mijn ziel, prijs nu zijn heilige Naam.

Met meer passie dan ooit;

o mijn ziel, verheerlijk zijn heilige Naam.

 

Verootmoediging

 

We zingen:  Op Toonhoogte 150: 1, 3, 4

Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.

Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer,
Zo weet ik mij veilig, want Uw hand laat mij nooit los.
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in Uw vergeving leef ik nu.

Gebed

 

Formulier

Dopen betekent eigenlijk: dompelen, onderdompelen. Zo werden in de tijd van de bijbel in het oosterse land de mensen ook gedoopt: buiten in de rivier. In onze gemeente besprenkelen wij het voorhoofd met water. De betekenis is echter hetzelfde als wanneer de dopeling vanmorgen ondergedompeld zou worden. De doop wijst erop dat wij mensen vanuit onszelf, ook al is ons lichaam schoon gewassen,  geen rein hart hebben. Volgens het Woord van God zijn wij allen zondige mensen. Wij kunnen niet bij de Heere in Zijn koninkrijk komen als onze zonde niet van ons wordt afgewassen. De doop als besprenkeling laat zien dat de zonde in ons hart woont. Wij worden opgeroepen om onze zonde voor God te belijden en Hem te vragen of Hij onze zonde van ons wil afwassen. Vanuit onszelf kunnen wij ons niet rein maken. Ook het water van de doop wast de zonde niet af. Dat kan alleen de Heere Jezus doen – op basis van het offer dat Hij heeft gebracht aan het kruis op Golgotha. En in de doop zegt Hij ons, dat Hij dat vast en zeker wil doen. De doop spreekt niet alleen van vergeving door het offer van Christus aan het kruis, maar is tegelijkertijd ook een sterke bevestiging van deze belofte. Daarom worden wij gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Gedoopt worden in de naam van de Vader betekent: God de Vader maakt een vaste afspraak met ons. Die afspraak blijft altijd, voor eeuwig van kracht. De bijbel noemt die afspraak een verbond. Die afspraak die God met ons en onze kinderen maakt is een verbond van genade: dat dit verbond gesloten wordt is niet onze verdienste. Deze afspraak laat Gods goedheid en barmhartigheid met ons zien. In de doop zegt God de Vader: ‘(… ), Ik ben je Vader. Ik neem jou aan als Mijn kind. Ik zal voor je zorgen. Ik geef aan jou goede gaven. Ik zal je beschermen voor al het kwade. En als dat kwade toch komt, zal ik dat voor jou doen meewerken ten goede.’

Wij worden ook gedoopt in de naam van de Zoon. Dat betekent: de Heere Jezus, de Zoon van God, zegt: ‘(… ), Ik ben voor jouw zonden aan het kruis gestorven. Omdat Ik jou laat delen in Mijn dood en opstanding, word jij bevrijd van jouw zonden en mag je weer delen in Gods gemeenschap.’

Wij worden ook gedoopt in de naam van de Heilige Geest. Dat houdt in: de Heilige Geest, de Geest van God, schenkt ons wat Christus voor ons volbracht heeft aan het kruis. Hij belooft ons dat Hij in ons hart komt wonen, zodat wij de Heere Jezus gaan liefhebben en ons leven elke dag vernieuwd wordt. Dat doet de Heilige Geest tot op de dag, waarop de Heere Jezus weer terugkomt en wij met allen, die bij de Heere Jezus behoren, voor altijd bij Hem zullen zijn in Zijn koninkrijk.

Door de hechte band die God ons schenkt, vraagt de Heere tegelijkertijd van ons, dat wij Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart en met al onze kracht. Hij verlangt van ons, dat wij de zonde uit de weg gaan, tegen de zonde strijden en dat wij leven zoals Hij dat van ons vraagt.
Vanuit onszelf kunnen wij niet op deze manier leven. Als wij door onze zwakheid toch weer in zonde vallen, moeten wij niet bij onszelf bedenken: “Nu zal de Heere niet meer naar ons willen omzien.” Wij moeten de zonde ook niet blijven doen. Wij mogen de Heere om vergeving vragen. Want de doop betekent dat Hij ons liefheeft en ons alle kwaad wil vergeven. De doop zegt ons dat deze afspraak van God voor altijd geldt.

Nu begrijpt een klein kind dat wordt gedoopt daar nog niets van. Er zijn daarom mensen die zeggen: ‘Wacht maar met dopen tot een kind groot genoeg is om te begrijpen wat de doop betekent.’ Maar bij het volk Israël werd het bewijs van Gods liefde en trouw al gegeven aan een kind van acht dagen oud. Daarom dopen wij ook kleine kinderen. Want ze zijn al vanaf de geboorte onrein, maar ontvangen ook Gods belofte van vergeving van de zonde. Ook al hebben ze van dat alles nog geen weet. In de bijbel staat: De Heere sprak tot Abraham: ‘Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u – én uw kinderen, een eeuwig verbond. Ik zal uw God zijn en de God van uw kinderen.’ De bijbel vertelt ons ook dat er kinderen bij de Heere Jezus werden gebracht. Hij heeft hen niet weggestuurd, maar hen omhelst, de handen opgelegd en gezegend. Ook de kinderen behoren tot het verbond dat God met Abraham heeft opgericht. Daarom is ook Gods belofte van vergeving van zonde en van het eeuwige leven voor hen. Omdat die belofte ook voor onze kinderen geldt, mogen zij ook het bewijs van die belofte ontvangen: de heilige doop. En u, als vader en moeder, heeft de vreugde en de roeping uw kind, als hij opgroeit, de betekenis van de doop en van Gods verbond te vertellen en uit te leggen.

 

Gebed
Opdat wij dan deze heilige instelling van God tot Zijn eer, tot onze troost en tot opbouw van de gemeente mogen bedienen, laten wij Zijn heilige naam aanroepen:

Almachtige en eeuwige God, U hebt naar Uw streng oordeel de ongelovige wereld, die geen berouw toonde, met de zondvloed gestraft. Maar U hebt de gelovige Noach met zijn achten in Uw grote barmhartigheid behouden en bewaard. U hebt de verharde farao met heel zijn volk in de Rode Zee verdronken, maar Uw volk Israël daar droogvoets doorheen geleid (waardoor de doop wordt aangeduid.)
Wij bidden U, pleitend op uw grondeloze barmhartigheid, dat U deze kinderen in genade wilt aanzien en door Uw Heilige Geest in Uw Zoon, Jezus Christus, wilt inlijven, opdat zij met Hem in Zijn dood begraven worden en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven. Opdat zij hun kruis in de dagelijkse navolging van Christus met vreugde mogen dragen. Opdat zij Hem toegewijd zijn met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde. Opdat zij dit leven, dat toch niet anders is dan een voortdurend sterven, door Uw genade getroost mogen verlaten en onbevreesd voor de rechterstoel van Uw Zoon, Jezus Christus, mogen verschijnen. Dat bidden wij door Hem, onze Heere Jezus Christus, Uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, de enige God die er is, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen

 

Zingen: Ik zal er zijn
Ondertussen worden de dopelingen de kerk binnengebracht.

Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

 

Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

 

De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.

 

Refrein: ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

 

O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

 

Refrein: ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

 

Doopvragen

Geliefden in de Heere Christus, u hebt gehoord dat de doop een instelling van God is om aan ons en aan ons nageslacht Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel en niet uit gewoonte of bijgeloof gebruiken. Opdat het dan openlijk bekend zij dat u zo gezind bent, zult u van uw kant op de volgende vragen oprecht antwoorden:
1. Belijdt u dat onze kinderen, hoewel ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan allerlei ellende en zelfs aan de veroordeling onderworpen zijn, toch in Christus geheiligd zijn en dat zij als leden van Zijn gemeente behoren gedoopt te zijn?
2. Belijdt u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament en in de artikelen van het christelijk geloof vervat is en in de christelijke kerk alhier wordt geleerd de ware en volkomen leer van de zaligheid is?
3. Belooft u en neemt u voor uw rekening dit kind, van wie u de vader en moeder bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen?

 

Bediening van de Heilige Doop

  • Jennie Sara Hooghordel
  • Niek Gerrit Sellis
  • Levi van de Venis

 

Toezingen (staande): Psalm 134 : 3

 

Dat ’s Heeren zegen op u daal’;

Zijn gunst uit Sion u bestraal’.

Hij schiep ’t heelal, Zijn Naam ter eer:

Looft, looft dan aller heren Heer’!

 

We zingen met de kinderen (staande): Je bent gedoopt
(Mel: Dit is de dag)

Je bent gedoopt (2x) In de naam van God (2x)

En van de Zoon (2x) En de Geest van God (2x)

Je bent gedoopt, want ook jij hoort erbij.

Bij Gods volk, wat zijn we blij!

Je bent gedoopt, je bent gedoopt. En een kind van God!

 

De kinderen overhandigen iets aan de dopelingen

Gebed

Almachtige en barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat U aan ons en onze kinderen door het bloed van Uw geliefde Zoon Jezus Christus al onze zonden vergeven hebt. en dat U ons door Uw Heilige Geest tot leden van Uw eniggeboren Zoon en daarmee tot Uw kinderen hebt aangenomen. Wij danken u dat u dat door de doop verzegelt en bekrachtigt. Wij bidden U ook door Hem, Uw geliefde Zoon, dat U deze gedoopte kinderen door Uw Heilige Geest altijd wilt regeren, opdat zij christelijk en godvrezend opgevoed worden en meer en meer groeien in de Heere Jezus Christus. Geef dat ze zo Uw vaderlijke goedheid en barmhartigheid die U aan hen en ons allen hebt bewezen zullen belijden en in alle gerechtigheid onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus leven en moedig tegen de zonde, de duivel en heel zijn rijk strijden en mogen overwinnen. Dan zullen zij U en Uw Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest, de enige en waarachtige God, eeuwig loven en prijzen. Amen

 

We zingen: Op Toonhoogte 440

Lees je Bijbel, bid elke dag.
Bid elke dag, bid elke dag.
Lees je Bijbel, bid elke dag,
dat je groeien mag (3x)
Lees je Bijbel, bid elke dag,
dat je groeien mag.

Read your Bible, pray every day.
Pray every day, pray every day.
Read your Bible, pray every day.
If you want to grow (3x).
Read your Bible, pray every day.
If you want to grow.

 

De kinderen van groep 1-8 gaan naar de kindernevendienst

 

We lezen uit de Schrift: Ezechiël 17:22-24

  1. Zo zegt de Heere HEERE: Ík zal Zelf een deel van de kruin van de hoge ceder nemen en in de grond zetten. Van de top met zijn jonge loten zal Ik een breekbaar twijgje afplukken en Ik zal dat Zelf op een hoge en verheven berg planten.
  2. Op de hoge berg van Israël zal Ik het planten. Het zal takken dragen, vruchten vormen en een machtige ceder worden, zodat daaronder allerlei soorten vogels zullen wonen: in de schaduw van zijn takken zullen ze wonen.
  3. Dan zullen alle bomen van het veld weten dat Ík, de HEERE, de boom die hoog van stam is, vernederd heb. De boom die laag van stam is, heb Ik verheven, de jonge boom doen verdorren en de verdorde boom heb Ik doen uitlopen. Ík, de HEERE, heb gesproken en zal het doen.

 

We zingen: Psalm 92:7 (Nieuwe Berijming)

Zoals de cederbomen
hoog op de Libanon
staan bij de levensbron
de nederige vromen.
Die in Gods huis geplant zijn,
zij bloeien in Gods licht
als palmen opgericht.
Hun lot zal in Zijn hand zijn.

 

We lezen uit de Schrift: Mattheüs 13:24-33

  1. Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. 25. Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg.
  2. Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. 27. De dienaren van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? 28. Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De dienaren zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? 29. Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. 30. Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.
  3. Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaad, dat iemand nam en in zijn akker zaaide. 32. Dat is wel het kleinste van al de zaden, maar als het opgegroeid is, is het het grootste van de tuingewassen en het wordt een boom, zodat de vogels in de lucht een nest komen maken in zijn takken. 33. Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw nam en in drie maten meel verborg, totdat het helemaal doorzuurd was.

 

Collecte

  • Diaconie
  • Kerkenwerk

 

We zingen: Op Toonhoogte 299

 

Here Jezus, wij zijn nu
in het heiligdom verschenen,
met ons kind gaan wij tot U,
wil uw zegen ons verlenen,
waar de roepstem wordt vernomen:
laat de kind’ren tot Mij komen.

Niemand, die ons helpen kan,
niemand kan ons kind beschermen.
Wie zijn wij? Neem Gij het dan,
draag het in uw groot erbarmen.
Dat het vroeg U in dit leven
ja voorgoed zijn hart mag geven.

 

Herder, neem uw schaapje aan,
Hoofd, maak het één van uw leden.
Wees zijn weg, wijs het zijn baan.
Vredevorst, wees Gij zijn vrede.
Wijnstok, laat dit rankje bloeien,
dat er eens veel vruchten groeien.

Preek

 

We zingen: Psalm 118: 12, 14

 

Dit is de dag, de roem der dagen,

Dien Isrels God geheiligd heeft.

Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,

Hem roemen, die ons blijdschap geeft.

Och Heer’, geef thans Uw zegeningen;

Och Heer’, geef heil op dezen dag;

Och, dat men op deez’ eerstelingen

Een rijken oogst van voorspoed zag.

 

Gij zijt mijn God, U zal ik loven,

Verhogen Uwe majesteit.

Mijn God, niets gaat Uw roem te boven;

U prijz’ ik tot in eeuwigheid.

Laat ieder ’s Heeren goedheid loven,

Want goed is d’ Oppermajesteit:

Zijn goedheid gaat het al te boven;

Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!

 

De kinderen komen weer terug uit de kindernevendienst

 

Gebed

 

We zingen: Een toekomst vol van hoop

 

In de nacht van strijd en zorgen

kijken wij naar U omhoog,

biddend om een nieuwe morgen,

om een toekomst vol van hoop.

 

Ook al zijn er duizend vragen,

al begrijpen wij U niet,

U blijft ons met liefde dragen,

U die alles overziet.

 

Refrein: U geeft een toekomst vol van hoop;

dat heeft U aan ons beloofd.                      

Niemand anders, U alleen,

leidt ons door dit leven heen.

 

U heeft ons geluk voor ogen.

Jezus heeft het ons gebracht.

Mens, als wij, voor ons gebroken

in de allerzwartste nacht.

 

U bent God, de Allerhoogste,

God van onbegrensde macht.

Wij geloven en wij hopen

op het einde van de nacht.

 

Refrein: U geeft een toekomst vol van hoop;

dat heeft U aan ons beloofd.                      

Niemand anders, U alleen,

leidt ons door dit leven heen.

 

Zegen

 

Na afloop van de dienst is er gelegenheid om de doopouders de zegen van God toe te wensen