Liturgie Tweede Pinksterdag 2025

 

Welkom

  • Op Toonhoogte 113

Stil gebed.Votum en groet

  • Psalm 87: 3, 4, 5

Geloofsbelijdenis

  • Op Toonhoogte 14: 1, 2

Gebed

Kindermoment

  • Op Toonhoogte 361

Kinderen gaan naar de kindernevendienst

Schriftlezing: 1 Korinthe 12

Collecte

  • Gezang 87: 1, 2

Preek

  • Psalm / Gezang / Op Toonhoogte

Kinderen komen terug uit de kindernevendienst

Gebed

  • Psalm / Gezang / Op Toonhoogte

Zegen

 

 

Uitwerking

 

Welkom

 

  • Op Toonhoogte 113

 

Er komen stromen van zegen,

dat heeft Gods woord ons beloofd,

stromen, verkwikkend als regen,

vloeien tot elk die gelooft.

Refrein: Stromen, stromen van zegen,

komen als plasregens neer.

Nu vallen drupp’len reeds neder,

zend ons die stromen, o Heer.

 

Er komen stromen van zegen,

heerlijk verkwikkend zal ‘t zijn,

op de valleien en bergen,

zal er nieuw leven dan zijn.

Refrein: Stromen, stromen van zegen,

komen als plasregens neer.

Nu vallen drupp’len reeds neder,

zend ons die stromen, o Heer.

 

 

Er komen stromen van zegen,

zend ons die heilstroom nu neer,

geef ons die grote verkwikking,

geef z’ ons voortdurend, o Heer.

Refrein: Stromen, stromen van zegen,

komen als plasregens neer.

Nu vallen drupp’len reeds neder,

zend ons die stromen, o Heer.

 

Stil gebed.Votum en groet

 

  • Psalm 87: 3, 4, 5

 

De Filistijn, de Tyriër, de Moren,

Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;

Van Sion zal het blijde nageslacht

Haast zeggen: “Deez’ en die is daar geboren”.

 

God zal ze Zelf bevestigen en schragen,

En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft,

Hen tellen, als in Isrel ingelijfd,

En doen den naam van Sions kind’ren dragen.

 

Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen;

Dan zullen daar de blijde zangers staan,

De speelliên op de harp en cimbel slaan,

En binnen u al mijn fonteinen wezen.

Geloofsbelijdenis

 

  • Op Toonhoogte 14: 1, 2

 

God zij ons gunstig en genadig.

Hij schenke ons ’t gezegend licht

dat overvloedig en gestadig

straalt van zijn heilig aangezicht:

opdat hier op aarde elk uw weg aanvaarde

en tot U zich wend’,

zo, dat allerwegen ieder volk de zegen

van uw heil erkent.

 

De volken zullen U belijden,

o God, U loven al te zaam !

De landen zullen zich verblijden

en juichen over uwen naam.

Volken zult Gij rechten, / hun geding beslechten

in gerechtigheid,

volken op deez’ aarde, / die uw arm vergaarde,

die Gij veilig leidt.

 

Gebed

 

Kindermoment

 

  • Op Toonhoogte 361

 

Vul mij met uw Geest, geef mij uw kracht.
Vul mij met uw Geest, Heer Jezus, kom, ik wacht.

 

Vul mij met uw Geest, Heer, maak mij rein,
Vul mij met uw Geest, ’k wil uw discipel zijn.

 

Vul mij met uw Geest, ik buig voor U.
Vul mij met uw Geest, Heer Jezus doe het nu.

 

Dank U voor uw Geest, U bent de Heer.
Dank U voor uw Geest, ’k wil leven tot uw eer.

 

Kinderen gaan naar de kindernevendienst

 

Schriftlezing: 1 Korinthe 12

  1. Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent.
  2. U weet dat u heidenen was, weggetrokken naar de stomme afgoden. Zo liet u zich meevoeren.
  3. Daarom maak ik u bekend dat niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest.
  4. Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest.
  5. Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere.
  6. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.
  7. Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.
  8. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest;
  9. en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest;
  10. en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen.
  11. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.
  12. Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus.
  13. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt.
  14. Want ook het lichaam bestaat niet uit één lid, maar uit vele.
  15. Als de voet zou zeggen: Omdat ik geen hand ben, ben ik niet van het lichaam, is hij daarom dan niet van het lichaam?
  16. En als het oor zou zeggen: Omdat ik geen oog ben, ben ik niet van het lichaam, is het daarom dan niet van het lichaam?
  17. Als het hele lichaam oog was, waar zou het gehoor zijn? Als het hele lichaam gehoor was, waar zou de reuk zijn?
  18. Maar nu heeft God de leden, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft.
  19. Als zij alle één lid waren, waar zou het lichaam zijn?
  20. Nu echter zijn er wel veel leden, maar is er slechts één lichaam.
  21. En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig.
  22. Ja, meer nog, de leden van het lichaam die de zwakste schijnen te zijn, zijn echter juist noodzakelijk.
  23. En aan de leden van het lichaam die wij als minder eervol beschouwen, verlenen wij groter eer en onze oneerbare leden krijgen een grotere eer.
  24. Onze eerbare leden echter hebben dat niet nodig. Maar God heeft het lichaam zo samengesteld, dat Hij aan het lid dat tekortkomt, groter eer gaf,
  25. opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden voor elkaar gelijke zorg zouden dragen.
  26. En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee.
  27. Samen bent u namelijk het lichaam van Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden.
  28. God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna genadegaven van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei talen.
  29. Zijn zij soms allen apostelen? Zijn zij soms allen profeten? Zijn zij soms allen leraars? Zijn zij soms allen krachten?
  30. Hebben zij soms allen genadegaven van genezingen? Spreken zij soms allen in talen? Zijn zij soms allen uitleggers?
  31. Streef dus naar de beste genadegaven. En ik wijs u een weg die dit alles nog overtreft.

 

Collecte

 

  • Gezang 87: 1, 2

 

Ruis, o Godsstroom der genade

in gemeent’ en huis en hart!

Laat in U gezond zich baden,

wat gebogen gaat door smart!

Stroom, o Heil’ge Geest, terneder

op het uitgedroogde land;

en de bloemen bloeien weder,

haast verwelkt door zonnebrand.

 

Laat het uit Gods hemel stromen

in de kerken overal!

Van uw nederdaling dromen

moede harten zonder tal.

Nieuwe liefde, nieuwe zangen,

kracht, die zielen opwaarts tilt,

brengt uw ruisen, die ’t verlangen

als een heilig lied doortrilt.

 

Preek

 

  • Op Toonhoogte 114

 

Geest van hierboven,

leer ons geloven,

hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse vrede,

deel U nu mede

aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen

van grote dingen

als wij ontvangen

al ons verlangen,

met Christus opgestaan, Halleluja!
Eeuwigheidsleven

zal Hij ons geven

als wij herboren

Hem toebehoren

die ons is voorgegaan, Halleluja!

 

Wat kan ons schaden,

wat van U scheiden,

Liefde die ons hebt liefgehad?

Niets is ten kwade

wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.

Gij hebt de zege

voor ons verkregen,
Gij zult op aarde

de macht aanvaarden

en onze koning zijn. Halleluja!
Gij, onze Here,

doet triomferen

die naar U heten

en in U weten

dat wij Gods zonen zijn. Halleluja!

 

 

Gebed

 

  • Op Toonhoogte 118

 

Leid mij, Heer, o machtig Heiland
door dit leven aan uw hand.
Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig,
wees mijn Gids in ’t barre land.
Gij mijn Sterkte, Gij mijn Leider,
vul mij met uw Geest steeds meer,
vul mij met uw Geest steeds meer.

Laat mij zijn een Godsgetuige,
sprekend van U meer en meer.
leid mij steeds door uwe liefde,
groeiend naar uw beeld, o Heer.
Brood des levens, Brood des hemels,
voed mij dat ik groei naar U,
voed mij dat ik groei naar U.

Laat door mij uw levend water
vloeien als een klare stroom.
O, Heer Jezus, ’t wordt steeds later
dat uw Geest over allen koom’.
Machtig Heiland, mijn Verlosser,
kom, Heer Jezus, in uw kracht,
kom, Heer Jezus, in uw kracht.

 

Zegen