Liturgie

Zondag 19 oktober 2025 morgendienst

Bediening Heilige Doop aan:

Hannah Jaelle Doornewaard

Mae Vos

Welkom

 

Wij zingen: Op Toonhoogte 315: 1, 2

 

Heer Uw licht en Uw liefde schijnen.

Waar U bent zal de nacht verdwijnen.

Jezus, Licht van de wereld, vernieuw ons.

Levend woord, ja Uw waarheid bevrijd ons.

Schijn in mij, schijn door mij!

Refrein: Kom, Jezus, kom! Vul dit land met Uw heerlijkheid!

Kom, Heil’ge Geest stort op ons Uw vuur! Zend Uw rivier,

laat Uw heil heel de aard vervullen.

Spreek, Heer, Uw woord dat het licht overwint.

Heer, ’k wil komen in Uw nabijheid,

uit de schaduwen in Uw heerlijkheid.

Door het bloed mag ik U toebehoren.

Leer mij, toets mij. Uw stem wil ik horen.

Schijn in mij, schijn door mij!

 

Stil gebed. Votum en groet

 

Gedenken van Joop van de Rozenberg

 

Wij zingen (staande): Er is een God die hoort

 

Vreugde of blijdschap, droefheid of smart,

er is een God, er is een God,

stort bij Hem uit, o mens toch Uw hart,

er is een God Die hoort.

Ga steeds naar Hem om hulp en om raad,

wacht niet te lang, ’t is spoedig te laat,

dat niet door twijfel ’t hart wordt verstoord,

er is een God Die hoort.

 

God schonk Zijn zoon in Bethlehems stal,

Heer van het al, Heer van het al,

Hij droeg verneed’ring, smaad zonder tal,

heerser van ’t gans heelal.

Want onze Schepper, koning der aard,

heeft zelfs Zijn eigen zoon niet gespaard.

Ga dan naar Hem, nu ’t morgenlicht gloort,

Hij is de God Die hoort.

 

Van oost tot west, van zuid tot noord

mens, zegt het voort, mens zegt het voort,

wordt ’s Heeren liefde alom gehoord,

mensenkind, zegt het voort.

Dwaal niet in ’t duister, ga niet alleen,

maar zoek het heil bij Jezus alleen.

Dat al uw hoop op Hem is gericht,

Jezus is ’t eeuwig licht.


Verootmoediging

 

Wij zingen: Psalm 25:3

 

Denk aan ’t vaderlijk meedogen,

Heer’, waarop ik biddend pleit:

Milde handen, vriendlijk’ ogen,

Zijn bij U van eeuwigheid,

Sla de zonden nimmer ga,

Die mijn jonkheid heeft bedreven.

Denk aan mij toch in gena,

Om Uw goedheid eer te geven.


Gebed

 

Doopformulier

Dopen betekent eigenlijk: dompelen of onderdompelen. Zo werden in de tijd van de Bijbel in het oosterse land de mensen ook gedoopt: buiten in de rivier. In onze gemeente besprenkelen wij het voorhoofd met water. De betekenis is echter hetzelfde als wanneer de dopeling vanmorgen ondergedompeld zou worden. De doop wijst erop dat wij mensen vanuit onszelf, ook al is ons lichaam schoon gewassen,  geen rein hart hebben. Volgens het Woord van God zijn wij allen zondige mensen. Wij kunnen niet bij de Heere in Zijn koninkrijk komen als onze zonde niet van ons wordt afgewassen. De doop als besprenkeling laat zien dat de zonde in ons hart woont. Wij worden opgeroepen om onze zonde voor God te belijden en Hem te vragen of Hij onze zonde van ons wil afwassen.  Vanuit onszelf kunnen wij ons niet rein maken. Ook het water van de doop wast de zonde niet af. Dat kan alleen de Heere Jezus doen – op basis van het offer dat Hij heeft gebracht aan het kruis op Golgotha. In de doop zegt Hij ons, dat Hij dat vast en zeker wil doen. De doop spreekt niet alleen van vergeving door het offer van Christus aan het kruis, maar is tegelijkertijd ook een sterke bevestiging van deze belofte. Daarom worden wij gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Gedoopt worden in de naam van de Vader betekent: God de Vader maakt een vaste afspraak met ons. Die afspraak blijft altijd, voor eeuwig van kracht. De Bijbel noemt die afspraak een verbond. Die afspraak die God met ons en onze kinderen maakt is een verbond van genade: dat dit verbond gesloten wordt is niet onze verdienste. Deze afspraak laat Gods goedheid en barmhartigheid met ons zien. In de doop zegt God de Vader: ‘Hannah Jaelle Doornewaard en Mae Vos, Ik ben je Vader. Ik neem jou aan als Mijn kind. Ik zal voor je zorgen. Ik geef aan jou goede gaven. Ik zal je beschermen voor al het kwade. En als dat kwade toch komt, zal ik dat voor jou doen meewerken ten goede.’ Wij worden ook gedoopt in de naam van de Zoon. Dat betekent: de Heere Jezus, de Zoon van God, zegt: ‘Hannah Jaelle Doornewaard en Mae Vos, Ik ben voor jouw zonden aan het kruis gestorven. Omdat Ik jou laat delen in Mijn dood en opstanding, word jij bevrijd van jouw zonden en mag je weer delen in Gods gemeenschap.’ Wij worden ook gedoopt in de naam van de Heilige Geest. Dat houdt in: de Heilige Geest, de Geest van God, schenkt ons wat Christus voor ons volbracht heeft aan het kruis. Hij belooft ons dat Hij in ons hart komt wonen, zodat wij de Heere Jezus gaan liefhebben en ons leven elke dag vernieuwd wordt. Dat doet de Heilige Geest tot op de dag, waarop de Heere Jezus weer terugkomt en wij met allen, die bij de Heere Jezus behoren, voor altijd bij Hem zullen zijn in Zijn koninkrijk. Door de hechte band die God ons schenkt, vraagt de Heere tegelijkertijd van ons, dat wij Hem vertrouwen en liefhebben met heel ons hart en met al onze kracht. Hij verlangt van ons, dat wij de zonde uit de weg gaan, tegen de zonde strijden en dat wij leven zoals Hij dat van ons vraagt.
Vanuit onszelf kunnen wij niet op deze manier leven. Als wij door onze zwakheid toch weer in zonde vallen, moeten wij niet bij onszelf bedenken: “Nu zal de Heere niet meer naar ons willen omzien.” Wij moeten de zonde ook niet blijven doen. Wij mogen de Heere om vergeving vragen. Want de doop betekent dat Hij ons liefheeft en ons alle kwaad wil vergeven. De doop zegt ons dat deze afspraak van God voor altijd geldt.

Nu begrijpt een klein kind dat wordt gedoopt daar nog niets van. Er zijn daarom mensen die zeggen: ‘Wacht maar met dopen tot een kind groot genoeg is om te begrijpen wat de doop betekent.’ Maar bij het volk Israël werd het bewijs van Gods liefde en trouw al gegeven aan een kind van acht dagen oud. Daarom dopen wij ook kleine kinderen. Want ze zijn al vanaf de geboorte onrein, maar ontvangen ook Gods belofte van vergeving van de zonde. Ook al hebben ze van dat alles nog geen weet. In de Bijbel staat: De Heere sprak tot Abraham: ‘Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u – én uw kinderen, een eeuwig verbond. Ik zal uw God zijn en de God van uw kinderen.’ De Bijbel vertelt ons ook dat er kinderen bij de Heere Jezus werden gebracht. Hij heeft hen niet weggestuurd, maar hen omhelst, de handen opgelegd en gezegend. Ook de kinderen behoren tot het verbond dat God met Abraham heeft opgericht. Daarom is ook Gods belofte van vergeving van zonde en van het eeuwige leven voor hen. Omdat die belofte ook voor onze kinderen geldt, mogen zij ook het bewijs van die belofte ontvangen: de heilige doop. En u, als vader en moeder, heeft de vreugde en de roeping uw kind, als hij opgroeit, de betekenis van de doop en van Gods verbond te vertellen en uit te leggen.

 

Gebed
Opdat wij dan deze heilige instelling van God tot Zijn eer, tot onze troost en tot opbouw van de gemeente mogen bedienen, laten wij Zijn heilige naam aanroepen:

Almachtige en eeuwige God, U hebt naar Uw streng oordeel de ongelovige wereld, die geen berouw toonde, met de zondvloed gestraft. Maar U hebt de gelovige Noach met zijn achten in Uw grote barmhartigheid behouden en bewaard. U hebt de verharde farao met heel zijn volk in de Rode Zee verdronken, maar Uw volk Israël daar droogvoets doorheen geleid (waardoor de doop wordt aangeduid.)
Wij bidden U, pleitend op uw grondeloze barmhartigheid, dat U deze kinderen Hannah Jaelle Doornewaard en Mae Vos in genade wilt aanzien en door Uw Heilige Geest in Uw Zoon, Jezus Christus, wilt inlijven, opdat zij met Hem in Zijn dood begraven worden en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven. Opdat Hannah en Mae hun kruis in de dagelijkse navolging van Christus met vreugde mogen dragen. Opdat zij Hem toegewijd zijn met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde. Opdat zij dit leven, dat toch niet anders is dan een voortdurend sterven, door Uw genade getroost mogen verlaten en onbevreesd voor de rechterstoel van Uw Zoon, Jezus Christus, mogen verschijnen. Dat bidden wij door Hem, onze Heere Jezus Christus, Uw Zoon, die met U en de Heilige Geest, de enige God die er is, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen

 

Wij zingen: Opwekking 640

Ondertussen worden Hannah en Mae binnen gebracht.

 

Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
waar komt mijn hulp vandaan?

Ik hef mijn ogen op naar U, Heer, die mij bij zal staan.

Mijn hulp is van U, Heer, die alles heeft gemaakt.

U zult voorkomen dat ik wankel of val.

U bent mijn beschermer die over mij waakt,

die niet sluimeren of slapen zal.

Wat kan mij gebeuren door zon of door maan?

U bent mijn schaduw, U bent er altijd.

Bewaart heel mijn leven; mijn komen en gaan,

U beschermt mij tot in eeuwigheid.

Mijn hulp is van U, Heer! Mijn hulp is van U, Heer.  O, van U!

Doopvragen
Geliefden in de Heere Christus, u hebt gehoord dat de doop een instelling van God is om aan ons en aan ons nageslacht Zijn verbond te verzegelen. Daarom moeten wij de doop met dat doel en niet uit gewoonte of bijgeloof gebruiken. Opdat het dan openlijk bekend zij dat u zo gezind bent, zult u van uw kant op de volgende vragen oprecht antwoorden:
1. Belijdt u dat onze kinderen, hoewel ze in zonde ontvangen en geboren zijn en daarom aan allerlei ellende en zelfs aan de veroordeling onderworpen zijn, toch in Christus geheiligd zijn en dat zij als leden van Zijn gemeente behoren gedoopt te zijn?
2. Belijdt u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament en in de artikelen van het christelijk geloof vervat is en in de christelijke kerk alhier wordt geleerd de ware en volkomen leer van de zaligheid is?
3. Belooft u en neemt u voor uw rekening dit kind, van wie u de vader en moeder bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen?

Bediening Heilige Doop

  • Hannah Jaelle Doornewaard
  • Mae Vos

Wij zingen (staande): Psalm 134:3

Dat ’s Heeren zegen op u daal’;

Zijn gunst uit Sion u bestraal’.

Hij schiep ’t heelal, Zijn Naam ter eer:

Looft, looft dan aller heren Heer’!

 

We zingen met de kinderen de dopelingen toe:
(Melodie: Dit is de dag)

Je bent gedoopt (2x), in de naam van God (2x)
en van de Zoon (2x), en de Geest van God. (2x)
Je bent gedoopt, ook jij hoort erbij
bij Gods volk, wat zijn we blij.
Je bent gedoopt, je bent gedoopt. Je bent een kind van God.

 

Voordat we gaan bidden, zingen we: Op Toonhoogte 440

 

Lees je Bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag.

Read your Bible, pray every day. If you want to grow.

Gebed

Almachtige en barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat U aan ons en onze kinderen door het bloed van Uw geliefde Zoon Jezus Christus al onze zonden vergeven hebt en dat U ons door Uw Heilige Geest tot leden van Uw eniggeboren Zoon en daarmee tot Uw kinderen hebt aangenomen. Wij danken u dat u dat door de doop verzegelt en bekrachtigt. Wij bidden U ook door Hem, Uw geliefde Zoon, dat U deze gedoopte kinderen Hannah Jaelle Doornewaard en Mae Vos door Uw Heilige Geest altijd wilt regeren, opdat zij christelijk en godvrezend opgevoed worden en meer en meer groeien in de Heere Jezus Christus. Geef dat Hannah en Mae zo Uw vaderlijke goedheid en barmhartigheid die U aan hen en ons allen hebt bewezen zullen belijden en in alle gerechtigheid onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus leven en moedig tegen de zonde, de duivel en heel zijn rijk strijden en mogen overwinnen. Dan zullen zij U en Uw Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest, de enige en waarachtige God, eeuwig loven en prijzen. Amen

Wij zingen: Op Toonhoogte 444

‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God.

Want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot.

Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij.

‘k Zie naar Hem op en ‘k weet: Hij is mij steeds nabij.


Kinderen gaan naar de kindernevendienst

Schriftlezing: Jesaja 40:21-31

  1. Weet u het niet? Hoort u het niet?

Is het u vanaf het begin niet bekendgemaakt?

Hebt u niet gelet op de fundamenten van de aarde?

  1. Hij is het Die zetelt boven de omtrek van de aarde,

waarvan de bewoners als sprinkhanen zijn.

Hij is het Die de hemel uitspant als een dunne doek

en uitspreidt als een tent om in te wonen.

  1. Hij is het Die vorsten maakt tot niets,

rechters van de aarde maakt tot leegheid.

  1. Ja, zij zijn niet geplant, ja, zij zijn niet gezaaid,

ja, hun afgehouwen stronk wortelt niet in de aarde.

Ook als Hij op hen zal blazen, zullen zij verdorren,

en een storm neemt hen weg als stoppels.

  1. Met wie zou u Mij willen vergelijken,

of aan wie ben Ik gelijk? zegt de Heilige.

  1. Sla uw ogen op naar omhoog,

en zie Wie deze dingen geschapen heeft;

Hij is het Die hun leger voltallig tevoorschijn brengt,

ze alle bij name roept
door Zijn grote vermogen en Zijn sterke kracht;

er ontbreekt er niet één.

  1. Waarom zegt u dan, Jakob, en spreekt u, Israël:

Mijn weg is voor de HEERE verborgen

en mijn recht gaat aan mijn God voorbij?

  1. Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord?

De eeuwige God, de HEERE,
de Schepper van de einden der aarde,

wordt niet moe en niet afgemat.

Er is geen doorgronding van Zijn inzicht.

  1. Hij geeft de vermoeide kracht

en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.

  1. Jongeren zullen moe en afgemat worden,

jonge mannen zullen zeker struikelen;

  1. maar wie de HEERE verwachten,
    zullen hun kracht vernieuwen,

zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden,

zij zullen snel lopen en niet afgemat worden,

zij zullen lopen en niet moe worden.

 

Collecten

 

Wij zingen: Psalm 139:7

 

Gij hebt mijn gans gestel doorgrond,

Zelfs voor mijn eersten levensstond.

Ik ben verbazend voortgebracht.

Op ’t nagaan van Uw wondre macht,

Sla ik verrukt het oog naar boven:

‘k Zal U, mijn Schepper, altoos loven.

Preek

 

Wij zingen:  Gezang 300: 1, 3, 4 (Mel. The Rose)

 

Wat de toekomst brengen moge,

mij geleidt des Heren hand;

moedig sla ik dus de ogen

naar het onbekende land.

Leer mij volgen zonder vragen;

Vader, wat Gij doet is goed!

Leer mij slechts het heden dragen

met een rustig kalme moed!

 

Laat mij niet mijn lot beslissen:

zo ik mocht, ik durfde niet.

Ach, hoe zou ik mij vergissen,

als Gij mij de keuze liet!

Wil mij als een kind behand’len,

dat alleen de weg niet vindt:

neem mijn hand in uwe handen

en geleid mij als een kind.

 

Waar de weg mij brenge moge,

aan des Vaders trouwe hand

loop ik met gesloten ogen

naar het onbekende land.


Kinderen komen terug uit de kindernevendienst

 

Gebed

 

Wij zingen: Psalm 146:3

 

Zalig hij, die in dit leven,

Jakobs God ter hulpe heeft;

Hij, die door den nood gedreven,

Zich tot Hem om troost begeeft;

Die zijn hoop, in ’t hachlijkst lot,

Vestigt op den Heer’, zijn God.

 

Zegen