Liturgie zondag 13 juli 2025 morgendienst

 

Welkom

  • Psalm 100: 1, 4

Stil gebed.Votum en groet

Gedenken van Henny Mol – den Besten

  • Op Toonhoogte 211

Verootmoediging

  • Op Toonhoogte 203: 1, 2

Gebed

Kindermoment

  • Op Toonhoogte 434

Kinderen gaan naar de kindernevendienst
Schriftlezing: Prediker 9

Collecte

  • Psalm 127: 1, 2

Preek

  • Op Toonhoogte 275: 2, 3, 4

Kinderen komen terug uit de kindernevendienst

Gebed

  • Gezang 180:1

Zegen

 

Uitwerking

 

  • Psalm 100: 1, 4

 

Juich, aarde, juicht alom den HEER;

Dient God met blijdschap, geeft Hem eer;

Komt, nadert voor Zijn aangezicht;

Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.

 

Want goedertieren is de HEER;

Zijn goedheid eindigt nimmermeer;

Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht

Tot in het laatste nageslacht.

 

Stil gebed.Votum en groet

 

Gedenken van Henny Mol – den Besten

 

  • Op Toonhoogte 211

 

Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.

U alleen doorgrondt mijn hart,        U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.

Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen.
Dat mijn wil voor eeuwig zij d’ uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen.

 

Verootmoediging

 

  • Op Toonhoogte 203: 1, 2

 

 

Mijn hart wacht stil op U, o Heer

uw komst verwacht ik meer en meer

uw liefde houdt mijn ziel gevangen

Naar U gaat al mijn vreugde uit

ik wacht op U, wacht als een bruid

reikhalzend hunkert mijn verlangen

 

Onrustig leef ik, opgejaagd,
door duizend dromen uitgedaagd
die liegen, lokken en verleiden;
de boze, briesend als een leeuw
gaat brullend rond – ik roep, ik schreeuw
tot U, o God: kom mij bevrijden.

 

Gebed

 

Kindermoment

 

  • Op Toonhoogte 434

 

Jezus, open mijn oren.
Leer mij uw stem te verstaan.
Leer mij uw woorden te horen,
te weten waar ik moet gaan.
Om uw licht te verspreiden,
uw naam te belijden.
Leer mij uw stem te verstaan.

Jezus, open mijn ogen.
Leer mij de mensen te zien,
zoals U ze ziet uit de hoge.
U bent de Heer die ik dien.
Om uw liefde te geven
aan wie met mij leven.
Leer mij de mensen te zien.

Jezus, ik open mijn handen.
Leer mij een zegen te zijn.
Maak mij een hulp voor de andren
die leven met honger en pijn.
Om aan wie U niet kennen
genezing te brengen.
Leer mij een zegen te zijn.

Kinderen gaan naar de kindernevendienst

Schriftlezing: Prediker 9

  1. Voorzeker, dit alles heb ik ter harte genomen, zodat ik dit alles zou kunnen verklaren: hoe de rechtvaardigen en de wijzen en hun werken in de hand van God zijn. Ook liefde, ook haat kent de mens niet: alles ligt vóór hem.
  2. Eén en hetzelfde overkomt allen als alle anderen: de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en reine en de onreine, wie offert en wie niet offert, wie goed is vergaat het net als de zondaar, wie zweert net als wie bevreesd is een eed af te leggen.
  3. Dit is een kwaad bij alles wat er onder de zon plaatsvindt: dat allen een en hetzelfde overkomt. Ook is het hart van de mensenkinderen vol kwaad. Hun leven is vervuld van onverstand in hun hart, en daarna gaan zij naar de doden.
  4. Want wie nog bij al de levenden mag behoren, heeft hoop. Een levende hond is namelijk beter dan een dode leeuw.
  5. Want de levenden weten dat zij sterven zullen, maar de doden weten helemaal niets. Zij hebben ook geen loon meer, maar hun nagedachtenis is vergeten.
  6. Ook hun liefde, ook hun haat, ook hun afgunst is al vergaan. Zij hebben geen deel meer, voor eeuwig, aan alles wat er onder de zon plaatsvindt.
  7. Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken.
  8. Laat uw kleding te allen tijde wit zijn en laat op uw hoofd geen olie ontbreken.
  9. Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt, al de dagen van uw vluchtige leven die Hij u gegeven heeft onder de zon, al uw vluchtige dagen. Want dit is uw deel in het leven en bij uw zwoegen waarmee u zwoegt onder de zon.
  10. Alles wat uw hand vindt om te doen, doe dat naar uw vermogen, want er is geen werk, geen overleg, geen kennis of wijsheid in het graf, waar u naartoe gaat.

    11. Opnieuw zag ik onder de zon dat niet de snellen de wedloop winnen, en ook niet de helden de strijd, ook dat niet de wijzen brood hebben, en ook niet de verstandigen rijkdom, en evenmin de kenners gunst. Tijd en toeval overkomen hun immers allen.

  11. Want de mens weet ook zijn tijd niet, evenmin als de vissen die in een boosaardig net worden gevangen, en als de vogels die gevangen worden met de strik. Net als zij worden de mensenkinderen op een kwaad ogenblik verstrikt, wanneer dat hun plotseling overvalt.
  12. Ook heb ik onder de zon deze wijsheid gezien en voor mij was zij groot:
  13. Er was een kleine stad met weinig mensen erin. Een groot koning trok ertegen op en omsingelde die. Hij bouwde er grote bolwerken tegenaan.
  14. Daar trof men een arme, wijze man aan. Hij redde de stad door zijn wijsheid, maar geen mens dacht aan die arme man.
  15. Toen zei ik:

Wijsheid is beter dan kracht,

maar de wijsheid van de arme wordt veracht

en zijn woorden worden door niemand gehoord.

  1. Woorden van wijzen, in rust aangehoord, zijn beter dan het geroep van hem die over de dwazen heerst.
  2. Wijsheid is beter dan wapentuig, maar één zondaar bederft veel goeds.

 

 

Collecte

 

  • Psalm 127: 1, 2

 

Vergeefs op bouwen toegelegd;

Vergeefs, om ’t huis voltooid te zien,

Gezwoegd, gezweet, o arbeidsliên,

Zo God Zijn hulp aan ’t werk ontzegt.

Vergeefs, o wachters, is uw vlijt,

Zo God niet zelf de stad bevrijdt.

 

Vergeefs van ’s morgens vroeg geslaafd

Tot ’s avonds, en het brood der smart

Gegeten, met een angstig hart;

Vergeefs den gansen dag gedraafd;

God geeft het, hoe een ander schraap’,

Dien Hij bemint, als in den slaap.

 

Preek

 

  • Op Toonhoogte 275: 2, 3, 4

Kinderen komen terug uit de kindernevendienst

 

Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven;
heeft u in ’t licht als op adelaarsvleuglen geheven.
Hij die u leidt,
zodat uw hart zich verblijdt,
Hij heeft zijn woord u gegeven.

 

Lof zij de Heer die uw lichaam zo schoon heeft geweven,
dagelijks heeft Hij u kracht en gezondheid gegeven.
Hij heeft u lief,
die tot zijn kind u verhief,
ja, Hij beschikt u ten leven.

 

Lof zij de Heer die uw huis en uw haard heeft gezegend,
lof zij de hemelse liefde die over ons regent.
Denk elke dag
aan wat zijn almacht vermag,
die u met liefde bejegent.

 

Gebed

 

  • Gezang 180:1

 

Beveel gerust uw wegen,

al wat u ’t harte deert,

der trouwe hoed’ en zegen

van Hem, die ’t al regeert.

Die wolken, lucht en winden

wijst spoor en loop en baan,

zal ook wel wegen vinden,

waarlangs uw voet kan gaan.

 

Zegen