Liturgie zondag 11 mei 2025 morgendienst
Welkom
We zingen: Psalm 108: 1, 2
Mijn hart, o Hemelmajesteit,
Is tot Uw dienst en lof bereid;
‘k Zal zingen voor den Opperheer,
‘k Zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij, zachte harp, gij schelle luit,
Waakt op, dat niets uw klanken stuit’.
‘k Zal in den dageraad ontwaken
En met gezang mijn God genaken.
Ik zal, o Heer’, Uw wonderdaan,
Uw roem den volken doen verstaan;
Want Uwe goedertierenheid
Is tot de heemlen uitgebreid.
Uw waarheid heeft noch paal noch perk,
Maar streeft tot aan het hoogste zwerk.
Verhef U boven ’s hemels kringen,
En leer al d’ aard’ Uw grootheid zingen.
Stil gebed.Votum en groet
Gedenken van Gerry Klein – van de Streek
(23 november 1964 – 25 april 2025)
● Psalm / Gezang / Op Toonhoogte
Verootmoediging
● Op Toonhoogte 183
Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart
Met uw liefde, Heer, kom mij tegemoet,
nu ik mij tot U keer en maak alles goed
Zie mij voor U staan: zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn.
Jezus, op Uw woord vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort mijn bede tot U.
Gebed
Kindermoment
● Op Toonhoogte 440
Lees je Bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag.
Read your Bible, pray every day. If you want to grow.
De kinderen gaan naar de kindernevendienst.
Schriftlezing: 2 Korinthe 1:3-11
3. Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, 4. Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.
5. Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt, zo is door Christus ook onze vertroosting overvloedig.
6. Of wij nu verdrukt worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid, die tot stand gebracht wordt in de volharding in hetzelfde lijden dat ook wij lijden; of dat wij getroost worden, het is eveneens tot uw vertroosting en zaligheid. 7. En onze hoop voor u is vast, in de wetenschap dat u, zoals u deelhebt aan het lijden, zo ook deelhebt aan de vertroosting. 8. Want wij willen niet, broeders, dat u geen weet hebt van onze verdrukking, die ons in Asia overkomen is: dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten. 9. Ja, wij hadden voor ons eigen besef het doodvonnis zelf al ontvangen, opdat wij niet op onszelf zouden vertrouwen, maar op God, Die de doden opwekt. 10. Hij heeft ons uit zo’n groot doodsgevaar verlost, en Hij verlost ons nog. Op Hem hebben wij de hoop gevestigd dat Hij ons ook verder verlossen zal, 11. terwijl u ons ook mede te hulp komt door het gebed, opdat door velen dankzegging voor ons gedaan wordt voor de genadegave die door velen tot ons is gekomen.
● Psalm 71: 12, 13
Gij hebt mij van mijn kindse dagen
Geleid en onderricht;
Nog blijf ik naar mijn plicht,
Van Uwe wondren blij gewagen.
O God, wil mij bewaren
Bij ’t klimmen mijner jaren.
Blijf mij in mijne grijsheid sterken;
Verkwik mijn ouderdom;
Bewaak mij van rondom;
Zo meld’ ik dit geslacht Uw werken;
Zo zal ‘k Uw grootheid zingen
Voor hun nakomelingen.
Schriftlezing: 1 Petrus 3: 8-15
8. Ten slotte, wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk. 9. Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven. 10. Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; 11. die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen. 12. Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen. 13. En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede? 14. Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen, 15. maar heilig God, de Heere, in uw hart; en wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en ontzag.
Collecten
● Psalm 116: 1, 11
God heb ik lief, want die getrouwe Heer’
Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem, al mijn dagen;
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
Ik zal met vreugd in ’t huis des Heeren gaan,
Om daar met lof Uw groten Naam te danken.
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken.
Elk heff’ met mij den lof des Heeren aan!
Preek
● Ik zal er zijn (Sela)
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.
Refrein: ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.
Refrein: ‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
De kinderen komen terug uit de kindernevendienst.
Gebed
Almachtige God, Vader van alle barmhartigheid, wij danken U nederig en met heel ons hart voor Uw goedheid aan ons en aan alle mensen bewezen.
Wij loven U, want U hebt ons geschapen en U bewaart ons, U schenkt ons Uw zegen. Wij prijzen U om Uw onschatbare liefde, waardoor U de wereld hebt verlost in onze Heere Jezus Christus. Wij eren U, omdat U ons genadig wil zijn en verwachting geeft op Uw heerlijkheid.
Wek in ons hart waarachtige dankbaarheid, zodat wij Uw lof mogen verkondigen, niet alleen met onze lippen, maar met heel ons leven: door ons toe te wijden aan Uw dienst en voor U te wandelen in gerechtigheid. Dat bidden wij door onze Heere Jezus Christus, Uw Zoon, Die samen met U en de Geest alle eer en heerlijkheid zij in eeuwigheid.
Formulier
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, enige broeders en zusters begeren nu in uw midden persoonlijk en openlijk belijdenis van het geloof af te leggen, opdat zij mogen delen in de volle gemeenschap der Kerk. Zij worden daardoor tot het Heilig Avondmaal toegelaten en dragen samen met de andere leden van de gemeente verantwoordelijkheid voor de opbouw der gemeente van Christus.
Wij geloven en belijden dat God in Christus zijn kinderen vergadert uit alle rassen en volken en hen verenigt tot één lichaam,waarvan Jezus Christus het hoofd is en wij de leden zijn.
In de heilige Doop wordt ons betuigd en verzegeld, dat wij in Gods genadeverbond opgenomen zijn. Daarom behoren wij als leden van Christus’ Gemeente gedoopt te wezen. Daarmee zijn dragen wij Zijn merk- en veldteken.
In het Heilig Avondmaal, waar Christus ons brood en wijn geeft als tekenen en zegelen van zijn gekruisigd lichaam en zijn vergoten bloed, verbindt Hij ons telkens opnieuw tot de waarachtige gemeenschap met Zichzelf en met elkaar.
Aldus verenigd met Christus, zijn wij geroepen met woord en daad Hem te belijden als Heer en Heiland, en Gods Koninkrijk te verkondigen en te verwachten.
● Op Toonhoogte 211
Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.
U alleen doorgrondt mijn hart, U behoort het toe.
Laat mijn hart steeds vurig zijn, U laat nooit alleen.
Abba, Vader, U alleen, U behoor ik toe.
Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen.
Dat mijn wil voor eeuwig zij d’ uwe en anders geen.
Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer. Laat mij nimmer gaan.
Abba, Vader, laat mij zijn, slechts voor U alleen.
Vragen
De kerkenraad heeft, nagevraagd te hebben naar uw geloof en kennis der waarheid, met vertrouwen en blijdschap in uw voornemen toegestemd. Daarom verzoek ik u, broeders en zusters, die thans belijdenis des geloofs wilt afleggen, op te staan en in dankbare gehoorzaamheid aan de heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der vaderen te antwoorden op de volgende vragen:
1.) Belijdt gij te geloven in God, de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, en in de Heilige Geest?
2.) Aanvaardt gij de roeping om, als lidmaat van de Gemeente, die God zich in Christus ten eeuwigen leven verkoren heeft, door zijn genade tegen de zonde en de duivel te strijden, uw Heiland te volgen in leven en in sterven, Hem te belijden voor de mensen en met blijdschap te arbeiden in zijn Koninkrijk?
3.) Wilt gij, in de gemeenschap der Protestantse Kerk in Nederland als deel van de wereldwijde Kerk van Christus, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, volharden in het gebed en in het lezen van de heilige Schriften
Belijdenis
● Eefke van den Berg – Schreurs
● Tom de Nooijer
● Aartjan Schoonhoven
● Jacquelien Schoonhoven – van de Poll
● Stijntje Wolff – van den Hul
● Toezingen door de gemeente: Opwekking 687
Heer, wijs mij uw weg en leid mij als een kind
dat heel de levensweg slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
Heer, leer mij uw weg, die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt, het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
Heer, leer mij uw wil aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en Geest mijn hart en leven aan.
Heer toon mij uw plan; maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet, de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel mijn weg gelopen heeft.
● Toezingen door de kerkenraad: Op Toonhoogte 297
Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan,
samen te dienen, te zien wie U bent,
want Uw woord maakt Uw wegen bekend.
Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
Samen te strijden in woord en in werk.
Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk.
Delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp, die nog schijnt in de nacht.
Gebed
● Op Toonhoogte 147 (staande)
Genade, zo oneindig groot
dat ik, die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien.
Genade, die mij heeft geleerd
te vrezen voor het kwaad.
Maar ook, als ik mij tot Hem keer,
dat God mij nooit verlaat.
Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.
Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond.
Zegen